- Cultureel was zij tijdgenoot van o.a. de wereldberoemde schilder Rembrandt van Rijn.
- Economisch begon de groei in Noord-Holland al voor 1650 af te nemen als gevolg van bedrijfsvergrotingen en het wegvallen van werkgelegenheid bij de inpolderingen en de visserij. Hierdoor stegen zowel de huwelijksleeftijd, als het aantal mensen dat blijvend ongehuwd bleef, met als gevolg een sterke daling van het gemiddelde kindertal. In combinatie met een grote zuigelingensterfte leidde dit alles tot een ongekende achteruitgang van het bevolkingsaantal: van ca. 121.000 rond 1650 naar ca. 58.000 rond 1750.
- Kerkelijk leek door de Vrede van Munster in 1648 herstel van het Katholicisme verder weg dan ooit: er kwam geld vrij om de protestantisering nieuw leven in te blazen en vanaf 1654 werden in Holland alle katholieke ambtsdragers door protestanten vervangen.
- Tak A -
III.A.a. CORNELIS JANSZ COOPES
Wonend aan de Lageweg te Wervershoof
Zoon van Jan Jansz Jonge Coop (zie II.a.)
Geboren te Wognum vóór 1595
Overleden te Wervershoof vóór 1630
Gehuwd (1) met:
Marij Dircxdr.
Dochter van Dirck Elbertsz uit Nibbixwoud
Overleden vóór 1619
Gehuwd (2) vóór 1623 met:
Marij Germents
Dochter van herbergier Gerbrand Jacobsz en Guijrte Hillebrants
Geboren te Opmeer vóór 1595
Overleden te Wervershoof ca. 1655 (ca. 65 jr.)
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Thonis
Geboren ca. 1613
2. Neel
Geboren ca. 1615
Overleden na 1654
Gehuwd ca. 1635 met:
Jan Tijmensz
Waard aan de Lagedijk te Wervershoof
Geboren in 1613
Overleden na 1654
Uit dit huwelijk: 7 kinderen
3. Claes
Geboren ca. 1617
Kinderen uit het tweede huwelijk:
4. Jan Cornelisz
Geboren te Wervershoof rond 1625 (zie IV.A.a.)
5. Germent Cornelisz Coop
Geboren te Wervershoof rond 1625 (zie IV.A.b.)
Vrouw en kinderen
Cornelis Jansz Coopes was twee keer getrouwd. Zijn eerste huwelijk was met Marij Dircx, dochter van Dirck Elbertsz uit Nibbixwoud. Hier kwamen drie kinderen voort: Thonis, Neel en Claes. Marij Dircx overleed echter vóór 1619. Haar kinderen waren toen nog minderjarig en kwamen blijkens enkele aktes van het gerecht van Hoorn onder voogdijschap van hun grootvader van moederszijde, Dirck Elbertsz. Kennelijk waren er problemen, want in januari 1619 zijn er meerdere stukken over een conflict tussen deze Dirck Elbertsz en Cornelis Jansz Coopes, die bij die gelegenheid steevast "Cornelis Jansz Jonghcoop" genoemd wordt, een duidelijke referentie aan de achternaam van zijn vader.
Na het overlijden van zijn eerste vrouw hertrouwde Cornelis Jansz Coopes met Marij Germents. Zij kwam uit Opmeer en was de dochter van Gerbrand Jacobsz en Guerte Hillebrants en de zuster van Griet Germents, die gehuwd was met Dirck Jansz Coop(es). Andere kinderen van Gerbrand Jacobsz waren Anna Gerbrants, die in 1623 waarschijnlijk nog ongehuwd was, Beete Germonts, die toen getrouwd was met Arien Pietersz, en tenslotte Jan Germentsz Pastoir.
Uit een zgn. akte van bewijs van 1646 blijkt dat Cornelis Jansz Coopes en Marij Germents in ieder geval twee zonen hadden, namelijk Jan Cornelisz en Germent Cornelisz. Dat Cornelis hoogstwaarschijnlijk nog andere kinderen heeft gehad, kan worden afgeleid uit de volgende feiten:
- Van 1641 t/m 1654 treedt Marij Germents op als meter bij de doop van de kinderen van Jan Tijmensz en Neel Cornelis. Deze Jan Tijmensz was in 1652 waard te Wervershoof en ca. 1613 geboren. gezien haar patroniem zal Neel Cornelis een dochter van Cornelis Jansz Coopes en Marij Germents geweest zijn en, als zij ongeveer even oud was als haar man, rond 1615 geboren zijn.
- Ook bij de doop van 3 kinderen in de jaren 1649-53 van de op 9 februari 1648 te Wervershoof getrouwde Jan Cornelisz en Neel Gerrits in de jaren treedt Marij Germents als meter op. De eerste maal wordt zij daarbij expliciet als grootmoeder (Lat.: avia) vermeld. Deze Jan Cornelisz is niet dezelfde persoon als de hierboven genoemde Jan Cornelisz, die immers pas in 1653 trouwde.
Het is wel mogelijk dat hij dezelfde is als ene Jan Cornelisz Coop(es) die in 1651 onder de naam Jan Cornelisz Coops alias Bordingh vermeld werd als procureur te Wervershoof en die van 1634 t/m 1647 dezelfde functie uitoefende in Abbekerk, alwaar hij voor het eerst in 1629 opduikt. In 1654 wordt een Jan Cornelisz Bording vermeld als paardenkoper en herbergier te Enkhuizen en in 1659 te Medemblik. Van 1671-1673 was ook Pieter Cornelisz Coop in de kost bij ene Jan Bordingh.
Wervershoof met de hervormde kerk en een woonhuis
(tekening met pen en penseel uit 1744 - klik ter vergroting)
Op 28 mei 1646 verscheen Marij Germents, bijgestaan door Dirk Jansz Hartogh, voor de weeskamer te Medemblik om te laten vastleggen wat haar twee zonen Jan en Germent toekomt uit de erfenis van hun overleden vader en grootvader. Dat hier sprake is van grootvaders erfenis impliceert dat deze tot dan toe onverdeeld is gebleven.
Blijkens de akte kreeg elk kind één morgen in een stuk land genaamd "de Cromme Leeck, leggende inde Bucxweeren", alsmede elk 100 gulden contant geld en een "bedde met zijn toebehoiren". Voorts beloofde Marij Germents deze kinderen "te voeden ende onderhouden in cost ende dranck, voorts cledinge van linnen ende wollen eerlijcken na haer staet" en hen "oock te laten leeren lesen, schrijven ende sodanigh ander handtwerck, daer meede sij den cost sullen cunnen verdienen", één en ander te betalen uit de inkomsten uit bovengenoemde erfdelen. Zij belooft deze erfdelen te zullen uitbetalen zodra Jan en Germent meerderjarig zijn. Als zekerheid daartoe worden o.a. het aandeel dat haar nog toekomt in het land genaamd "de Cromme Leeck" alsmede haar huis aan de Lageweg als onderpand gesteld.
Als getuigen hierbij treden twee ooms van vaderszijde op, te weten Cornelis Jansz en Symon Jansz (Coop), beide uit Wognum, die volledig met deze regeling instemden. Wie deze Cornelis Jansz is is niet helemaal duidelijk. Aangezien de vader zelf ook Cornelis heette is het wat vreemd als een broer van hem dezelfde naam had. Mogelijk was hij daarom getrouwd met een zuster van Cornelis Jansz Coopes of is het een verschrijving en werd Claes Jansz Coop bedoeld.
Blijkens een aantekening op de bovengenoemde akte ontving Jan Cornelisz zijn erfdeel op 16 december 1652, waarbij hij in plaats van het land maar liefst 1000 gulden ontvangen had. Mogelijk vooruitlopend op zijn huwelijk met Marij Theunis in 1653. Als hij in 1652 18 jaar werd, dan zal hij ca. 1634 geboren zijn.
Germent zal zijn erfdeel tegelijk met de erfenis van zijn moeder hebben ontvangen. Hij was namelijk ongeveer 16 jaar en dus nog minderjarig toen Marij Germents in of rond 1654 overleed.
Marij Germents komt voor de laatste maal op 15 oktober 1654 in de bronnen voor (als meter bij de doop van haar dochter Neel). Germent Cornelisz, die zich later Coop en Paardekoper noemde, huwde in 1660 met Aeff Dircks. Hij is waarschijnlijk kort voor 1638 geboren, want in dat jaar beginnen de doopboeken van wervershoof en daar komt zijn doop niet in voor.
Overlijden
Cornelis Jansz Coopes is vóór 1630 overleden. Dit blijkt uit een akte van 15 juni 1630 (folio 126 verso) van notaris Abraham van der Beecke uit Hoorn, waarin "Marij Garbrantsdr" optreedt als weduwe van wijlen Cornelisz Jansz Coopes. Zij laat zich bijstaan door Jan Willemsz, die net als zij uit Wervershoof komt.
De akte onthult dat Cornelis Jansz Coopes eerder gehuwd is geweest met Marij Dircxdr. en uit dat huwelijk drie kinderen had: Thonis, Neel en Claes. Ook aanwezig waren de grootvader van vaderszijde Jan Jansz Coopes en Broer Jansz en Hedding Jansz als ooms van moederszijde. De akte werd ondertekent door Marij gherments, Jan Jansz Jongcoops (met een merk in de vorm van een kruisje!), Jan Willems, broer jan zoon en Hedding Jansz (met een merk in de vorm van een driehoek).